Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 15
Er zijn 21 woorden bevattend met CODEERcodeer codeerde codeerden codeerder codeerders codeermachine codeert decodeer decodeerde decodeerden decodeermachine decodeert encodeer encodeerde encodeerden encodeert gecodeerd hercodeer hercodeerde hercodeerden hercodeert 37 definities gevonden- codeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coderen. — w. Gebiedende wijs van coderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coderen.
- codeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van coderen.
- codeerden — w. Meervoud verleden tijd van coderen.
- codeerder — n. Iets of iemand die gegevens omzet in een al dan niet geheime code.
- codeerders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord codeerder.
- codeermachine — n. (Informatica) een machine om een boodschap in geheimschrift te coderen.
- codeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van coderen.
- decodeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decoderen. — w. Gebiedende wijs van decoderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decoderen.
- decodeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van decoderen.
- decodeerden — w. Meervoud verleden tijd van decoderen.
- decodeermachine — n. (Informatica) een machine om een boodschap die gecodeerd is…
- decodeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decoderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decoderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van decoderen.
- encodeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van encoderen. — w. Gebiedende wijs van encoderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van encoderen.
- encodeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van encoderen.
- encodeerden — w. Meervoud verleden tijd van encoderen.
- encodeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van encoderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van encoderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van encoderen.
- gecodeerd — bijv. Geschreven in een (geheime) code.
- hercodeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hercoderen. — w. Gebiedende wijs van hercoderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hercoderen.
- hercodeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van hercoderen.
- hercodeerden — w. Meervoud verleden tijd van hercoderen.
- hercodeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hercoderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hercoderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hercoderen.
|