Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13
Er zijn 16 woorden bevattend met CLAMEERdeclameer exclameer reclameer —— declameert exclameert proclameer reclameert —— declameerde exclameerde proclameert reclameerde —— declameerden exclameerden proclameerde reclameerden —— proclameerden 32 definities gevonden- declameer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declameren. — w. Gebiedende wijs van declameren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declameren.
- exclameer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exclameren. — w. Gebiedende wijs van exclameren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exclameren.
- reclameer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reclameren. — w. Gebiedende wijs van reclameren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reclameren.
- declameert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declameren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declameren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van declameren.
- exclameert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exclameren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exclameren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van exclameren.
- proclameer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proclameren. — w. Gebiedende wijs van proclameren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proclameren.
- reclameert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reclameren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reclameren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van reclameren.
- declameerde — w. Enkelvoud verleden tijd van declameren.
- exclameerde — w. Enkelvoud verleden tijd van exclameren.
- proclameert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proclameren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proclameren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van proclameren.
- reclameerde — w. Enkelvoud verleden tijd van reclameren.
- declameerden — w. Meervoud verleden tijd van declameren.
- exclameerden — w. Meervoud verleden tijd van exclameren.
- proclameerde — w. Enkelvoud verleden tijd van proclameren.
- reclameerden — w. Meervoud verleden tijd van reclameren.
- proclameerden — w. Meervoud verleden tijd van proclameren.
|