|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden bevattend met COMPONEcomponeer componeerde componeerden componeert component componenten componentenanalyse componentenanalysen componentenanalyses componentenlijm componentenlijmen componentieel componentje componentjes componeren componerend componerende elektrische␣component monocomponent monocomponenten monocomponentje monocomponentjes tweecomponentenlijm tweecomponentenlijmen 30 definities gevonden- componeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van componeren. — w. Gebiedende wijs van componeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van componeren.
- componeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van componeren.
- componeerden — w. Meervoud verleden tijd van componeren.
- componeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van componeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van componeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van componeren.
- component — n. Bestanddeel, onderdeel, één van de onderling verschillende… — n. Hoogwaardige manier om een video signaal op te slaan middels…
- componenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord component.
- componentenanalyse — n. Onderzoek van de fundamentele componenten in een fenomeen.
- componentenanalysen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord componentenanalyse.
- componentenanalyses — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord componentenanalyse.
- componentenlijm — n. Plakmiddel dat pas plakt als men twee of meer stoffen bij elkaar voegt.
- componentenlijmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord componentenlijm.
- componentieel — bijv. Betrekking hebbend op de componenten.
- componentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord component.
- componentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord component.
- componeren — w. Overgankelijk, (muziek) een muziekstuk schrijven. — w. Uit onderdelen een nieuw geheel maken.
- componerend — w. Onvoltooid deelwoord van componeren.
- componerende — w. Verbogen vorm van componerend, het onvoltooid deelwoord van componeren.
- elektrische␣component — n. (Elektrotechniek) onder andere weerstand, condensator, transformator…
- monocomponent — n. (Medisch) geneesmiddel zonder nevenbestanddelen.
- monocomponenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord monocomponent.
- monocomponentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord monocomponent.
- monocomponentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord monocomponent.
- tweecomponentenlijm — n. Plakmiddel dat pas plakt wanneer men twee bestanddelen bij elkaar voegt.
- tweecomponentenlijmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tweecomponentenlijm.
Zie deze lijst voor:
| |