Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van zeven letters bevattend met DRINafdring afdrink bedrink dring␣af dringen dring␣in dring␣op drink␣af drinken drinker drink␣in drinkje drink␣op indring indrink opdring opdrink 32 definities gevonden- afdring — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdringen.
- afdrink — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrinken.
- bedrink — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedrinken. — w. Gebiedende wijs van bedrinken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedrinken.
- dring␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdringen. — w. Gebiedende wijs van afdringen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdringen.
- dringen — w. Inergatief met het gehele lijf duwen.
- dring␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indringen. — w. Gebiedende wijs van indringen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indringen.
- dring␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdringen. — w. Gebiedende wijs van opdringen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdringen.
- drink␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrinken. — w. Gebiedende wijs van afdrinken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrinken.
- drinken — w. Overgankelijk vloeistof nuttigen. — w. (Pregnant) gewoon zijn alcohol te gebruiken.
- drinker — n. Iemand die (te veel) alcohol drinkt.
- drink␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indrinken. — w. Gebiedende wijs van indrinken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indrinken.
- drinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord drink.
- drink␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrinken. — w. Gebiedende wijs van opdrinken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrinken.
- indring — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indringen.
- indrink — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indrinken.
- opdring — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdringen.
- opdrink — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrinken.
Zie deze lijst voor:
|