Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een vijfde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat8910111213


Er zijn 23 woorden bevattend met DTVO

bidt␣voorhoudt␣vollaadt␣vol  ——  bindt␣voorhoudt␣voorleidt␣voorrijdt␣voorwendt␣voor  ——  rijdt␣voortsnijdt␣voorspeldt␣voortreedt␣voorwoedt␣voort  ——  behoedt␣voorbehoudt␣voorbereidt␣voorgeleidt␣voorglijdt␣voortspoedt␣voort  ——  rijdt␣voorbijrijdt␣vooruit  ——  glijdt␣voorbijschrijdt␣voort

69 definities gevonden

  • bidt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbidden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbidden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbidden.
  • houdt␣vol — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van volhouden.
  • laadt␣vol — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volladen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volladen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van volladen.
  • bindt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbinden.
  • houdt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorhouden.
  • leidt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorleiden.
  • rijdt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorrijden.
  • wendt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwenden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwenden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorwenden.
  • rijdt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortrijden.
  • snijdt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorsnijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorsnijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorsnijden.
  • speldt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspelden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspelden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorspelden.
  • treedt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortreden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortreden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortreden.
  • woedt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortwoeden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortwoeden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortwoeden.
  • behoedt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehoeden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehoeden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbehoeden.
  • behoudt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbehouden.
  • bereidt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbereiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbereiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbereiden.
  • geleidt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorgeleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorgeleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorgeleiden.
  • glijdt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortglijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortglijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortglijden.
  • spoedt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortspoeden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortspoeden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortspoeden.
  • rijdt␣voorbij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbijrijden.
  • rijdt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitrijden.
  • glijdt␣voorbij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijglijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijglijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbijglijden.
  • schrijdt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortschrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortschrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortschrijden.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:

  • Engels WikiWoordenboek: geen woord
  • Frans WikiWoordenboek: geen woord
  • Spaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Duits WikiWoordenboek: 8 woorden
  • Portugees WikiWoordenboek: geen woord


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.