Lijst met woorden van 11 letters bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21

Er zijn 21 woorden van elf letters bevattend met DONDE

afdonderden  afdonderend  bedonderaar  bedonderden  bedonderend  donderbaard  donderdagen  donderdagje  donderden␣af  donderden␣op  donderjaagt  donderjagen  donderkopje  donderpreek  donderroede  dondersteen  opdonderden  opdonderend  opdondertje  overdondert  's␣donderdags

26 definities gevonden

• afdonderden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afdonderen.
• afdonderend — w. Onvoltooid deelwoord van afdonderen.
• bedonderaar — n. (Pejoratief) iemand die een ander kwaad doet door te liegen.
• bedonderden — w. Meervoud verleden tijd van bedonderen.
• bedonderend — w. Onvoltooid deelwoord van bedonderen.
• donderbaard — n. (Plantkunde) Sempervivum tectorum vetplant uit het geslacht Sempervivum.
• donderdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord donderdag.
• donderdagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord donderdag.
• donderden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afdonderen.
• donderden␣op — w. Meervoud verleden tijd van opdonderen.
• donderjaagt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van donderjagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van donderjagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van donderjagen.
• donderjagen — w. Vervelend bezig zijn.
• donderkopje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord donderkop.
• donderpreek — n. Felle, strenge, onvriendelijke toespraak om iemand de les te…
• donderroede — n. Een metalen stang die de bliksem aantrekt en naar de grond afvoert.
• dondersteen — n. Een lastig, ondeugend persoon.
• opdonderden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opdonderen.
• opdonderend — w. Onvoltooid deelwoord van opdonderen.
• opdondertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opdonder. — n. Dim. tant.
• overdondert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overdonderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overdonderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overdonderen.
• 's␣donderdags — bijw. (Tijdrekening) op donderdagen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 1 woord
• Frans WikiWoordenboek: 13 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 29 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: 2 woorden
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.