|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 20 woorden bevattend met DISPOdisponeer disponeerde disponeerden disponeert disponeren disponerend disponerende disponibel dispositie dispositief disposities dispositieven predisponeer predisponeerde predisponeerden predisponeert predisponeren predisponerend predispositie predisposities 32 definities gevonden- disponeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van disponeren. — w. Gebiedende wijs van disponeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van disponeren.
- disponeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van disponeren.
- disponeerden — w. Meervoud verleden tijd van disponeren.
- disponeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van disponeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van disponeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van disponeren.
- disponeren — w. Beschikken over. — w. Regelen, beschikken. — w. Gebruik maken van iets, toepassen.
- disponerend — w. Onvoltooid deelwoord van disponeren.
- disponerende — w. Verbogen vorm van disponerend, het onvoltooid deelwoord van disponeren.
- disponibel — bijv. Beschikbaar.
- dispositie — n. (Medisch) aanleg, vatbaar zijn voor.
- dispositief — n. (Juridisch) beschikking in een vonnis. — n. Apparaat, systeem of ander ding waarover men kan beschikken… — bijv. Beschikkend.
- disposities — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dispositie.
- dispositieven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dispositief.
- predisponeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van predisponeren. — w. Gebiedende wijs van predisponeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van predisponeren.
- predisponeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van predisponeren.
- predisponeerden — w. Meervoud verleden tijd van predisponeren.
- predisponeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van predisponeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van predisponeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van predisponeren.
- predisponeren — w. Overgankelijk voorbestemmen, ontvankelijk of geschikt maken tot.
- predisponerend — w. Onvoltooid deelwoord van predisponeren.
- predispositie — n. (Medisch) vatbaarheid.
- predisposities — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord predispositie.
Zie deze lijst voor:
| |