Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 22 woorden bevattend met DUURDborduurde borduurde␣door borduurden borduurden␣door borduurden␣voort borduurde␣voort borduur␣door doorborduurde doorborduurden duurde duurden duurden␣voort duurde␣voort geborduurd goudborduurder goudborduurders verduurde verduurden voortborduurde voortborduurden voortduurde voortduurden 24 definities gevonden- borduurde — w. Enkelvoud verleden tijd van borduren.
- borduurde␣door — w. Enkelvoud verleden tijd van doorborduren.
- borduurden — w. Meervoud verleden tijd van borduren.
- borduurden␣door — w. Meervoud verleden tijd van doorborduren.
- borduurden␣voort — w. Meervoud verleden tijd van voortborduren.
- borduurde␣voort — w. Enkelvoud verleden tijd van voortborduren.
- borduur␣door — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorborduren. — w. Gebiedende wijs van doorborduren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorborduren.
- doorborduurde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorborduren.
- doorborduurden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doorborduren.
- duurde — w. Enkelvoud verleden tijd van duren.
- duurden — w. Meervoud verleden tijd van duren.
- duurden␣voort — w. Meervoud verleden tijd van voortduren.
- duurde␣voort — w. Enkelvoud verleden tijd van voortduren.
- geborduurd — bijv. Door borduursel versierd; door borduren gemaakt.
- goudborduurder — n. (Beroep) iemand die ambachtelijk met gouddraad borduurt (mannelijke vorm).
- goudborduurders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord goudborduurder.
- verduurde — w. Enkelvoud verleden tijd van verduren.
- verduurden — w. Meervoud verleden tijd van verduren.
- voortborduurde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortborduren.
- voortborduurden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voortborduren.
- voortduurde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortduren.
- voortduurden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voortduren.
|