Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13
Er zijn 21 woorden bevattend met DMAAKTbekendmaakt bekendmaakte bekendmaakten doodmaakt doodmaakte doodmaakten gereedmaakt gereedmaakte gereedmaakten gladmaakt gladmaakte gladmaakten goedmaakt goedmaakte goedmaakten hardmaakt hardmaakte hardmaakten rondmaakt rondmaakte rondmaakten 28 definities gevonden- bekendmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekendmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekendmaken.
- bekendmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bekendmaken.
- bekendmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van bekendmaken.
- doodmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodmaken.
- doodmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doodmaken.
- doodmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doodmaken.
- gereedmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedmaken.
- gereedmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van gereedmaken.
- gereedmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van gereedmaken.
- gladmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gladmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gladmaken.
- gladmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van gladmaken.
- gladmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van gladmaken.
- goedmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedmaken.
- goedmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van goedmaken.
- goedmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van goedmaken.
- hardmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardmaken.
- hardmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van hardmaken.
- hardmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van hardmaken.
- rondmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondmaken.
- rondmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van rondmaken.
- rondmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van rondmaken.
|