Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 19 woorden bevattend met DOORTRdoortrap doortrappen doortrappend doortrappende doortrapt doortrapte doortrapten doortraptheden doortraptheid doortrek doortrekke doortrekken doortrekkend doortrekkende doortrekt doortrillen doortrillend doortrok doortrokken 31 definities gevonden- doortrap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrappen.
- doortrappen — w. Niet stoppen met trappen.
- doortrappend — w. Onvoltooid deelwoord van doortrappen.
- doortrappende — w. Verbogen vorm van doortrappend, het onvoltooid deelwoord van doortrappen.
- doortrapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrappen. — bijv. Slim maar slecht.
- doortrapte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doortrappen.
- doortrapten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doortrappen.
- doortraptheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord doortraptheid.
- doortraptheid — n. Hoe slecht iemand is.
- doortrek — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken. — w. Gebiedende wijs van doortrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken.
- doortrekke — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs…
- doortrekken — w. Overgankelijk een lijn verlengen. — w. Ergatief zich door een gebied heen begeven. — w. Overgankelijk de inhoud van de stortbak van een toilet ledigen.
- doortrekkend — w. Onvoltooid deelwoord van doortrekken.
- doortrekkende — w. Verbogen vorm van doortrekkend, het onvoltooid deelwoord van doortrekken.
- doortrekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doortrekken.
- doortrillen — w. [1] doorgaan met trillen. — w. [2] als een trilling ergens doorheen gaan.
- doortrillend — w. Onvoltooid deelwoord van doortrillen.
- doortrok — w. Enkelvoud verleden tijd van doortrekken. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doortrekken.
- doortrokken — w. Meervoud verleden tijd van doortrekken. — w. Voltooid deelwoord van doortrekken. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doortrekken.
|