|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 23 woorden bevattend met DOOREENdooreen dooreenliep dooreenliepen dooreenloop dooreenloopt dooreenlopen dooreenlopend dooreenlopende dooreenschud dooreenschudde dooreenschudden dooreenschuddend dooreenschuddende dooreenschudt liep␣dooreen liepen␣dooreen loop␣dooreen loopt␣dooreen lopen␣dooreen schudde␣dooreen schudden␣dooreen schud␣dooreen schudt␣dooreen 34 definities gevonden- dooreen — bijw. (Van een verzameling zaken), het een door het andere, wanordelijk.
- dooreenliep — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dooreenlopen.
- dooreenliepen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van dooreenlopen.
- dooreenloop — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenlopen.
- dooreenloopt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenlopen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenlopen.
- dooreenlopen — w. Chaotisch door elkaar.
- dooreenlopend — w. Onvoltooid deelwoord van dooreenlopen.
- dooreenlopende — w. Verbogen vorm van dooreenlopend, het onvoltooid deelwoord van dooreenlopen.
- dooreenschud — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- dooreenschudde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dooreenschudden.
- dooreenschudden — w. Schudden zodat alles goed vermengd is of door elkaar ligt.
- dooreenschuddend — w. Onvoltooid deelwoord van dooreenschudden.
- dooreenschuddende — w. Verbogen vorm van dooreenschuddend, het onvoltooid deelwoord…
- dooreenschudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- liep␣dooreen — w. Enkelvoud verleden tijd van dooreenlopen.
- liepen␣dooreen — w. Meervoud verleden tijd van dooreenlopen.
- loop␣dooreen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenlopen. — w. Gebiedende wijs van dooreenlopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenlopen.
- loopt␣dooreen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenlopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenlopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dooreenlopen.
- lopen␣dooreen — w. Meervoud tegenwoordige tijd van dooreenlopen.
- schudde␣dooreen — w. Enkelvoud verleden tijd van dooreenschudden.
- schudden␣dooreen — w. Meervoud tegenwoordige tijd van dooreenschudden. — w. Meervoud verleden tijd van dooreenschudden.
- schud␣dooreen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenschudden. — w. Gebiedende wijs van dooreenschudden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- schudt␣dooreen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenschudden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenschudden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dooreenschudden.
| |