Lijst met woorden van 10 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van tien letters bevattend met ESPRbespreek␣na besprekend besprekers bespreking besprengen besprenkel bespringen besproeide besproeien besprokene besprongen driesprong gesprekjes gesprekken nabespreek Tate's␣priok toespraken toespreekt toespreken tweespraak tweesprong 30 definities gevonden- bespreek␣na — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabespreken. — w. Gebiedende wijs van nabespreken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabespreken.
- besprekend — w. Onvoltooid deelwoord van bespreken.
- besprekers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bespreker.
- bespreking — n. Een mondeling overleg. — n. Een tekst met een oordeel, een rescensie.
- besprengen — w. Bevochtigen, , druppeltjes neer doen vallen.
- besprenkel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besprenkelen. — w. Gebiedende wijs van besprenkelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besprenkelen.
- bespringen — w. Overgankelijk iets of iemand aanvallen door er op te springen.
- besproeide — w. Enkelvoud verleden tijd van besproeien.
- besproeien — w. Overgankelijk natmaken met fijne druppels.
- besprokene — n. De persoon of de zaak waarover gesproken is.
- besprongen — w. Meervoud verleden tijd van bespringen. — w. Voltooid deelwoord van bespringen.
- driesprong — n. Plaats waar drie wegen samenkomen.
- gesprekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord gesprek.
- gesprekken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gesprek.
- nabespreek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabespreken.
- Tate's␣priok — n. (Buideldieren) Dactylopsila tatei een klimbuideldier uit het…
- toespraken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord toespraak. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van toespreken.
- toespreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toespreken.
- toespreken — w. Het woord tot een bepaald iemand of een bepaalde groep richten.
- tweespraak — n. Een overleg tussen twee personen.
- tweesprong — n. Plaats waar een weg zich in tweeën splitst. — n. (Figuurlijk) voor een beslissende keuze staan.
Zie deze lijst voor:
|