|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van zes letters bevattend met EPERbeeper beperk bieper dweper keeper kepers kepert kieper leperd pepers pepert pieper poeper roeper sieper sleper zeperd zepers 37 definities gevonden- beeper — n. (Elektronica) elektronisch apparaat dat een waarschuwend piepend… — n. (Communicatie) apparaat dat korte tekstberichten kan ontvangen.
- beperk — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken. — w. Gebiedende wijs van beperken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken.
- bieper — n. (Communicatie) apparaat dat korte tekstberichten kan ontvangen.
- dweper — n. Iemand die dweept (een overspannen bewondering voor een ideaal…
- keeper — n. (Sport) (beroep) Een doelman, keeper (van het Engelse goalkeeper)…
- kepers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord keper.
- kepert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van keperen.
- kieper — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kieperen. — w. Gebiedende wijs van kieperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kieperen.
- leperd — n. Een intelligent iemand die niet eerlijk of oprecht is. — n. Leep persoon.
- pepers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord peper.
- pepert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van peperen.
- pieper — n. (Vogels) benaming voor zangvogels uit het geslacht Anthus. — n. (Figuurlijk) een klein, zwak of teer persoontje, kindje, vogeltje (E.d.). — n. (Figuurlijk) (voeding), (informeel) (kleine) aardappel.
- poeper — n. Iemand die poept. — n. (Informeel) achterste.
- roeper — n. Iemand die roept bijv. een afslager. — n. Iets waarmee men kan roepen, een megafoon of scheepsroeper.
- sieper — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sieperen. — w. Gebiedende wijs van sieperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sieperen.
- sleper — n. (Scheepvaart) een soort sleepboot. — n. (Beroep) iemand die goederen van de ene naar de andere plaats… — n. De wagen die vracht vervoert.
- zeperd — n. Tegenslag of mislukking, gewoonlijk in financieel opzicht… — n. Flater, afgang.
- zepers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeper.
Zie deze lijst voor:
| |