|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van zes letters bevattend met EUTEdeutel feuten geuten keutel keuter leuter meuten meutes neutel neuten peuten peuter reutel reuter seuten teuten 32 definities gevonden- deutel — n. Platte stop waarmee het bomgat midden op op de bolle kant van… — n. (Scheepvaart) spits, vierkant pennetje van eikenhout dat in… — n. (Scheepvaart) houten nagel.
- feuten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord feut.
- geuten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord geut.
- keutel — n. Ontlasting in de vorm van kleine ronde kogeltjes. — n. (Informeel) onbeduidend persoon. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keutelen.
- keuter — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keuteren. — w. Gebiedende wijs van keuteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van keuteren.
- leuter — n. (Anatomie), (informeel) het mannelijk geslachtsdeel. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leuteren. — w. Gebiedende wijs van leuteren.
- meuten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord meut.
- meutes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord meute.
- neutel — n. Kleine misvormde man. — n. Kleine vrouw.
- neuten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord neut. — w. (Gents dialect) klagen, zeuren, knotteren.
- peuten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord peut.
- peuter — n. Jong kind in de leeftijd van één tot vier jaar. — n. Persoon die peutert, peuteraar. — n. (Verouderd) stoot, por.
- reutel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reutelen. — w. Gebiedende wijs van reutelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reutelen.
- reuter — n. Zeef.
- seuten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord seut.
- teuten — w. Te langzaam iets doen, talmen, dralen, draaien en treuzelen. — w. Babbelen, kletsen, zeuren, zaniken, kwebbelen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord teut.
Zie deze lijst voor:
| |