Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Er zijn 23 woorden bevattend met EILVApeilvak zeilval —— peilvakje zeilvaart —— peilvakjes peilvakken zeilvallen —— zeilvaardig zeilvaarten —— grootzeilval zeilvaartuig zeilvakantie zeilvalletje —— zeilvakanties zeilvalletjes —— zeilvaartuigen zeilvaartuigje —— grootzeilvallen zeilvaartuigjes zeilvakantietje —— zeilvakantietjes —— grootzeilvalletje —— grootzeilvalletjes 24 definities gevonden- peilvak — n. Deel van een waterweg waarvoor één peilbesluit geldt. — n. Gebied waarvoor één peilbesluit geldt.
- zeilval — n. (Scheepvaart) lijn om een zeil mee te hijsen.
- peilvakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord peilvak.
- zeilvaart — n. Het deel van de scheepvaart dat zich middels zeilen voorbeweegt.
- peilvakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord peilvak.
- peilvakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord peilvak.
- zeilvallen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeilval.
- zeilvaardig — bijv. (Scheepvaart) geschikt en uitgerust om te gaan zeilen.
- zeilvaarten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeilvaart.
- grootzeilval — n. (Scheepvaart) lijn waarmee het grootzeil gehesen wordt.
- zeilvaartuig — n. (Scheepvaart) een zeilboot of zeilschip.
- zeilvakantie — n. Vakantie waarbij zeilen de belangrijkste activiteit is.
- zeilvalletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeilval.
- zeilvakanties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeilvakantie.
- zeilvalletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zeilval.
- zeilvaartuigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeilvaartuig.
- zeilvaartuigje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeilvaartuig.
- grootzeilvallen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grootzeilval.
- zeilvaartuigjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zeilvaartuig.
- zeilvakantietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeilvakantie.
- zeilvakantietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zeilvakantie.
- grootzeilvalletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord grootzeilval.
- grootzeilvalletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord grootzeilval.
|