|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 16
Er zijn 24 woorden bevattend met ELDOEweldoe —— weldoen weldoet —— weldoend —— neteldoek tafeldoek wafeldoek weldoende weldoener —— weldoeners —— neteldoeken schoteldoek tafeldoeken wafeldoeken wafeldoekje weldoenster —— duivel-doet-al wafeldoekjes weldoenertje weldoensters —— dubbeldoelkoe schoteldoeken weldoenertjes —— dubbeldoelkoeien 26 definities gevonden- weldoe — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weldoen. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van weldoen.
- weldoen — w. Inergatief gunstige, bevorderende handelingen verrichten.
- weldoet — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weldoen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weldoen.
- weldoend — w. Onvoltooid deelwoord van weldoen.
- neteldoek — n. (Huishouden) losgeweven stof in effen binding, vroeger vervaardigd…
- tafeldoek — n. Een kleed dat over een tafel ligt ter bescherming van de tafel…
- wafeldoek — n. (Huishouden) vaatdoek of handdoek met wafelpatroon.
- weldoende — w. Verbogen vorm van weldoend, het onvoltooid deelwoord van weldoen.
- weldoener — n. Iemand die een goede daad doet door iemand vooral financieël te helpen.
- weldoeners — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord weldoener.
- neteldoeken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord neteldoek.
- schoteldoek — n. (Huishouden) vaatdoek.
- tafeldoeken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tafeldoek.
- wafeldoeken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wafeldoek.
- wafeldoekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord wafeldoek.
- weldoenster — n. Vrouw die andere mensen helpt.
- duivel-doet-al — n. Manusje-van-alles, duvel-doet-al.
- wafeldoekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord wafeldoek.
- weldoenertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord weldoener.
- weldoensters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord weldoenster.
- dubbeldoelkoe — n. (Veeteelt) runderen die zowel voor het vlees als de melk worden gehouden.
- schoteldoeken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schoteldoek.
- weldoenertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord weldoener.
- dubbeldoelkoeien — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dubbeldoelkoe.
| |