Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12
Er zijn 19 woorden bevattend met EMAAKgemaakt meemaak —— in␣de␣maak meemaakt —— meemaakte ruziemaak —— eengemaakt meemaakten opgemaakte ruziemaakt —— gemaaktheid handgemaakt onopgemaakt ruziemaakte zelfgemaakt —— eigengemaakt gemaaktheden kapotgemaakt ruziemaakten 25 definities gevonden- gemaakt — w. Vormt de voltooide tijden. — w. Vormt de lijdende vorm. — w. Attributief gebruikt.
- meemaak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meemaken.
- in␣de␣maak — fr. Gemaakt wordend, in voorbereiding.
- meemaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meemaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meemaken.
- meemaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meemaken.
- ruziemaak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruziemaken.
- eengemaakt — bijv. Tot één geheel samengevoegd.
- meemaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van meemaken.
- opgemaakte — w. Attributief gebruikt.
- ruziemaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruziemaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruziemaken.
- gemaaktheid — n. De mate waarin iemand onoprecht of kunstmatig is. — n. Iets wat getuigt van onoprechtheid of kunstmatigheid.
- handgemaakt — bijv. Met de handgemaakt dus niet seriematig met een machine.
- onopgemaakt — bijv. Van een gezicht nog niet opgemaakt, zonder make up. — bijv. Van een bed dat het nog niet is opgemaakt.
- ruziemaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ruziemaken.
- zelfgemaakt — bijv. Niet door een fabriek of professional gemaakt maar door…
- eigengemaakt — bijv. Door iemand zelf gemaakt dus niet door iets of iemand anders.
- gemaaktheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gemaaktheid.
- kapotgemaakt — bijv. (Expres) vernietigd of onklaar gemaakt.
- ruziemaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van ruziemaken.
|