|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 13 14 15 16 17 18
Er zijn 24 woorden bevattend met EPILEepileer —— epileert epileren —— epileerde epilepsie epilerend —— epileerden epileptica epileptici epilerende —— epileptica's epilepticus epileptisch —— epileerschaar —— anti-epileptica epileerscharen —— anti-epilepticum epileerapparaat —— anti-epilepticums epileerapparaten epileerschaartje —— epileerapparaatje epileerschaartjes —— epileerapparaatjes 28 definities gevonden- epileer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van epileren. — w. Gebiedende wijs van epileren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van epileren.
- epileert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van epileren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van epileren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van epileren.
- epileren — w. Overgankelijk ontharen (met een pincet, was, hars of een (elektrisch)…
- epileerde — w. Enkelvoud verleden tijd van epileren.
- epilepsie — n. (Medisch) vallende ziekte, toevallen die hun oorsprong hebben in de hersenen.
- epilerend — w. Onvoltooid deelwoord van epileren.
- epileerden — w. Meervoud verleden tijd van epileren.
- epileptica — n. (Medisch) vrouw met een aandoening aan de hersenschors die…
- epileptici — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord epilepticus.
- epilerende — w. Verbogen vorm van epilerend, het onvoltooid deelwoord van epileren.
- epileptica's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord epileptica.
- epilepticus — n. (Medisch) iemand met een aandoening aan de hersenschors die…
- epileptisch — bijv. Behorend tot epilepsie.
- epileerschaar — n. Getande schaar om te ontharen.
- anti-epileptica — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord anti-epilepticum.
- epileerscharen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord epileerschaar.
- anti-epilepticum — n. (Medisch) geneesmiddel tegen epilepsie.
- epileerapparaat — n. (Martel)werktuig om te ontharen.
- anti-epilepticums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord anti-epilepticum.
- epileerapparaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord epileerapparaat.
- epileerschaartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord epileerschaar.
- epileerapparaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord epileerapparaat.
- epileerschaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord epileerschaar.
- epileerapparaatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord epileerapparaat.
Zie deze lijst voor:
| |