Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Er zijn 25 woorden bevattend met ECIJFEbecijfer gecijfer —— becijfert —— becijferde becijferen —— becijferden becijferend —— becijferbaar becijferende oplagecijfer ziektecijfer —— becijferde␣bas oplagecijfers sterftecijfer ziektecijfers —— geboortecijfer sterftecijfers —— geboortecijfers Romeinse␣cijfers —— becijferde␣bassen sterftecijfertje —— geboortecijfertje sterftecijfertjes —— geboortecijfertjes Romeinse␣cijfertjes 31 definities gevonden- becijfer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van becijferen. — w. Gebiedende wijs van becijferen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van becijferen.
- gecijfer — n. Het langdurig bezig zijn met cijfertjes en getallen.
- becijfert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van becijferen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van becijferen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van becijferen.
- becijferde — w. Enkelvoud verleden tijd van becijferen.
- becijferen — w. Overgankelijk uitrekenen. — w. Overgankelijk door cijfers aanwijzen. — w. Overgankelijk (muziek) notaties door cijfers aangeven.
- becijferden — w. Meervoud verleden tijd van becijferen.
- becijferend — w. Onvoltooid deelwoord van becijferen.
- becijferbaar — bijv. Van kosten dat je de hoogte van het bedrag kunt vaststellen.
- becijferende — w. Verbogen vorm van becijferend, het onvoltooid deelwoord van becijferen.
- oplagecijfer — n. (Media) aantal exemplaren dat van een krant of tijdschrift wordt gedrukt.
- ziektecijfer — n. Getallen waarmee men het voorkomen van een ziekte kan beschrijven.
- becijferde␣bas — fr. (Muziek) een oude notitiewijze voor baspartijen; bij de opgeschreven…
- oplagecijfers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oplagecijfer.
- sterftecijfer — n. (Demografie) een getal dat aangeeft hoeveel sterfgevallen er…
- ziektecijfers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ziektecijfer.
- geboortecijfer — n. (Demografie) een getal dat aangeeft hoeveel geboorten er in…
- sterftecijfers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sterftecijfer.
- geboortecijfers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord geboortecijfer.
- Romeinse␣cijfers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Romeins cijfer.
- becijferde␣bassen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord becijferde bas.
- sterftecijfertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sterftecijfer.
- geboortecijfertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord geboortecijfer.
- sterftecijfertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sterftecijfer.
- geboortecijfertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord geboortecijfer.
- Romeinse␣cijfertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord Romeins cijfer.
|