|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 19 woorden bevattend met EHOORDgehoord —— behoorde —— behoorden ongehoord toehoorde —— toehoorden toehoorder —— aanbehoorde behoorde␣aan behoorde␣toe toebehoorde toehoorders veelgehoord —— aanbehoorden behoorden␣aan behoorden␣toe toebehoorden —— toehoordertje —— toehoordertjes 25 definities gevonden- gehoord — w. Vormt de voltooide tijden. — w. Vormt de lijdende vorm. — w. Attributief gebruikt.
- behoorde — w. Enkelvoud verleden tijd van behoren. — w. Verbogen vorm van behoord, voltooid deelwoord van behoren.
- behoorden — w. Meervoud verleden tijd van behoren.
- ongehoord — bijv. Schandelijk, zo erg dat niemand ooit van zoiets gehoord heeft.
- toehoorde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toehoren.
- toehoorden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van toehoren.
- toehoorder — n. (Communicatie) iemand die luistert naar wat gezegd of gespeeld… — n. Publiek, luisteraar.
- aanbehoorde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanbehoren. — w. Verbogen vorm van aanbehoord, voltooid deelwoord van aanbehoren.
- behoorde␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanbehoren.
- behoorde␣toe — w. Enkelvoud verleden tijd van toebehoren.
- toebehoorde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toebehoren. — w. Verbogen vorm van toebehoord, voltooid deelwoord van toebehoren.
- toehoorders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord toehoorder.
- veelgehoord — bijv. Vaak uitgesproken, dikwijls gezegd.
- aanbehoorden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanbehoren.
- behoorden␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanbehoren.
- behoorden␣toe — w. Meervoud verleden tijd van toebehoren.
- toebehoorden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van toebehoren.
- toehoordertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord toehoorder.
- toehoordertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord toehoorder.
| |