|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 15 16 19
Er zijn 25 woorden bevattend met ELOVIGgelovig —— gelovige —— gelovigen ingelovig ongelovig —— bijgelovig ongelovige wangelovig —— diepgelovig gelovigheid goedgelovig niet-gelovig ongelovigen —— gelovigheden lichtgelovig niet-gelovige rechtgelovig —— in-␣en␣ingelovig niet-gelovigen ongelovigheid —— goedgelovigheid —— goedgelovigheden kleingelovigheid ongelovige␣thomas —— ongelovige␣thomassen 30 definities gevonden- gelovig — bijv. (Religie) vast en innig gelovend in een god of goden.
- gelovige — n. Iemand die een bepaald geloof aanhangt.
- gelovigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gelovige.
- ingelovig — bijv. Diep overtuigd.
- ongelovig — bijv. Niet geloven, in de godsdienstige zin het niet geloven in een opperwezen. — bijv. In de meer algemene zin verbaasd, kritisch, wantrouwend.
- bijgelovig — bijv. Vatbaar voor bijgeloof, van personen.
- ongelovige — bijv. Van een persoon dat hij niet gelooft. — n. Iemand die niet (meer) gelooft.
- wangelovig — bijv. Iets voor waar aannemen dat niet juist is. — bijv. (Verouderd) niet bereid iets voor waar aan te nemen.
- diepgelovig — bijv. Heel erg in god geloven.
- gelovigheid — n. (Religie) de mate waarin iemand gelooft in een opperwezen. — n. Het geloof in een opperwezen.
- goedgelovig — bijv. Te veel vertrouwen hebbend.
- niet-gelovig — bijv. Geen geloof hebbend.
- ongelovigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ongelovige.
- gelovigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gelovigheid.
- lichtgelovig — bijv. Van een persoon dat hij makkelijk voor de mal te houden…
- niet-gelovige — n. Iemand die niet gelooft (in welke god dan ook).
- rechtgelovig — bijv. (Religie) gelovig op de juiste manier.
- in-␣en␣ingelovig — bijv. Ten diepste overtuigd.
- niet-gelovigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord niet-gelovige.
- ongelovigheid — n. Het denken en vermoeden dat iets niet kan. — n. (Religie) het niet geloven in een bepaald opperwezen.
- goedgelovigheid — n. Het al te veel vertrouwen hebben in wat mensen zeggen.
- goedgelovigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord goedgelovigheid.
- kleingelovigheid — n. Het maar een zwak geloof hebben; weinig vertrouwen hebben in iets of iemand.
- ongelovige␣thomas — n. (Pejoratief) iemand die niet wil geloven waarvan anderen overtuigd zijn.
- ongelovige␣thomassen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ongelovige thomas.
| |