|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 23 woorden bevattend met ENRIJDheenrijd —— heenrijdt —— binnenrijd heenrijden —— binnenrijdt heenrijdend —— binnenrijden bokkenrijder erheen␣rijden heenrijdende —— binnenrijdend bokkenrijders schaatsenrijd —— binnenrijdende —— schaatsenrijden schaatsenrijder —— schaatsenrijdend schaatsenrijders —— schaatsenrijdende —— bosschaatsenrijder schaatsenrijdertje —— beekschaatsenrijder schaatsenrijdertjes 30 definities gevonden- heenrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heenrijden.
- heenrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heenrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heenrijden.
- binnenrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenrijden.
- heenrijden — w. Ergatief rijdend vertrekken. — w. Ergatief op de heenweg rijden.
- binnenrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenrijden.
- heenrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van heenrijden.
- binnenrijden — w. Inrijden.
- bokkenrijder — n. Berijder van een bok [1]. — n. (Historisch) lid van een van de bendes van dieven, afpersers… — n. (Folklore) persoon of geest waarvan men zei dat ze op bokken…
- erheen␣rijden — w. Naar een bepaalde plaats gaan met een vervoermiddel op wielen.
- heenrijdende — w. Verbogen vorm van heenrijdend, het onvoltooid deelwoord van heenrijden.
- binnenrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van binnenrijden.
- bokkenrijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bokkenrijder.
- schaatsenrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- binnenrijdende — w. Verbogen vorm van binnenrijdend, het onvoltooid deelwoord van binnenrijden.
- schaatsenrijden — w. (Sport) schaatsen.
- schaatsenrijder — n. Iemand die zich op de schaats voortbeweegt. — n. (Figuurlijk) (halfvleugeligen) bepaald soort insect, Gerris…
- schaatsenrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van schaatsenrijden.
- schaatsenrijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaatsenrijder. — n. Meervoudsvorm als officiële benaming (halfvleugeligen) Gerridae…
- schaatsenrijdende — w. Verbogen vorm van schaatsenrijdend, het onvoltooid deelwoord…
- bosschaatsenrijder — n. (Halfvleugeligen) Gerris gibbifer een wants uit de familie…
- schaatsenrijdertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schaatsenrijder.
- beekschaatsenrijder — n. (Halfvleugeligen) Aquarius najas een wants uit de familie van…
- schaatsenrijdertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schaatsenrijder.
| |