|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 23 woorden bevattend met ENSTAANalleenstaand alleenstaande alleenstaanden benedenstaand bovenstaand buitenstaan buitenstaand buitenstaande buitenstaander buitenstaanders buitenstaandertje buitenstaandertjes desniettegenstaande grenst␣aaneen nevenstaand niettegenstaande openstaan openstaand openstaande tegenstaan tegenstaand tegenstaande vorenstaand 33 definities gevonden- alleenstaand — bijv. Zonder partner of gezin.
- alleenstaande — n. (Maatschappij) iemand die geen partner heeft.
- alleenstaanden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord alleenstaande.
- benedenstaand — bijv. Wat verderop in de tekst geplaatst.
- bovenstaand — bijv. Meer naar de bovenkant van het papier staand.
- buitenstaan — w. Inergatief zich buiten een bepaalde plek bevinden. — w. Inergatief (figuurlijk) ergens ~: ergens niets mee te maken (willen) hebben.
- buitenstaand — w. Onvoltooid deelwoord van buitenstaan.
- buitenstaande — w. Verbogen vorm van buitenstaand, het onvoltooid deelwoord van buitenstaan.
- buitenstaander — n. Iemand die niet bij de groep hoort.
- buitenstaanders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord buitenstaander.
- buitenstaandertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buitenstaander.
- buitenstaandertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord buitenstaander.
- desniettegenstaande — bijw. (Formeel) desondanks, ondanks dat, niettemin, evenwel.
- grenst␣aaneen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneengrenzen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneengrenzen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aaneengrenzen.
- nevenstaand — bijv. Naast iets staande. — bijv. Hiernaast gedrukt of afgebeeld in een drukwerk.
- niettegenstaande — voeg. Ondanks het feit dat. — voorz. Zonder te worden verhinderd door. — (Verouderd) niet kunnende verhinderen dat het toch gebeurt.
- openstaan — w. Open zijn van bijvoorbeeld een kraan. — w. (Figuurlijk) ~ voor: ergens naar willen luisteren of ergens… — w. Vrij en onbezet zijn.
- openstaand — w. Onvoltooid deelwoord van openstaan. — bijv. In een stand waardoor naar binnen gaan of kijken mogelijk… — bijv. Niet gesloten.
- openstaande — w. Verbogen vorm van openstaand, het onvoltooid deelwoord van openstaan.
- tegenstaan — w. Absoluut gevoelens van aversie oproepen.
- tegenstaand — w. Onvoltooid deelwoord van tegenstaan.
- tegenstaande — w. Verbogen vorm van tegenstaand, het onvoltooid deelwoord van tegenstaan.
- vorenstaand — bijv. Voorgaand ter sprake gekomen, vermeld of weergegeven.
| |