Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een vijfde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  8  9  10  11  12  13  14

Er zijn 23 woorden bevattend met FBRO

afbrokkel  afbrokkelde  afbrokkelden  afbrokkelen  afbrokkelend  afbrokkelende  afbrokkeling  afbrokkelingen  afbrokkelt  halfbroer  halfbroers  halfbroertje  halfbroertjes  pofbroek  pofbroeken  pofbroekje  pofbroekjes  stiefbroeder  stiefbroeders  stiefbroer  stiefbroers  stiefbroertje  stiefbroertjes

27 definities gevonden

• afbrokkel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbrokkelen.
• afbrokkelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afbrokkelen.
• afbrokkelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afbrokkelen.
• afbrokkelen — w. Ergatief geleidelijk brokstukken verliezen.
• afbrokkelend — w. Onvoltooid deelwoord van afbrokkelen.
• afbrokkelende — w. Verbogen vorm van afbrokkelend, het onvoltooid deelwoord van afbrokkelen.
• afbrokkeling — n. Het kleiner worden doordat er steeds een stuk vanaf breekt.
• afbrokkelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afbrokkeling.
• afbrokkelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbrokkelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbrokkelen.
• halfbroer — n. Een halfbroer van een persoon is iemand van het mannelijk geslacht…
• halfbroers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord halfbroer.
• halfbroertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord halfbroer.
• halfbroertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord halfbroer.
• pofbroek — n. Een kniebroek met wijde opbollende pijpen die onder de knie… — n. Knickerbocker, plusfour.
• pofbroeken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pofbroek.
• pofbroekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pofbroek.
• pofbroekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pofbroek.
• stiefbroeder — n. Zoon uit een voorafgaand huwelijk van iemands tweede vader of moeder. — n. Zoon uit een later huwelijk van iemands eigen vader of moeder.
• stiefbroeders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stiefbroeder.
• stiefbroer — n. Zoon uit een voorafgaand huwelijk van iemands tweede vader of moeder. — n. Zoon uit een later huwelijk van iemands eigen vader of moeder.
• stiefbroers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stiefbroer.
• stiefbroertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stiefbroer.
• stiefbroertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord stiefbroer.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 17 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 1 woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.