|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 25 woorden bevattend met FUSEdiffuseur diffuseurs diffuseurtje diffuseurtjes fusee fuseer fuseerde fuseerden fuseert fusees fuselier fuseliers fuseren fuserend fuserende fusering fuseringen infusen refuseer refuseerde refuseerden refuseert refuseren refuserend refuserende 33 definities gevonden- diffuseur — n. Diffusor.
- diffuseurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord diffuseur.
- diffuseurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord diffuseur.
- diffuseurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord diffuseur.
- fusee — n. Scharnier van het autovoorwiel.
- fuseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fuseren. — w. Gebiedende wijs van fuseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fuseren.
- fuseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van fuseren.
- fuseerden — w. Meervoud verleden tijd van fuseren.
- fuseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fuseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fuseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fuseren.
- fusees — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fusee.
- fuselier — n. (Beroep) (geschiedenis) vroegere, met een geweer bewapende infanterist.
- fuseliers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fuselier.
- fuseren — w. Het samengaan, eenwoorden van instellingen of bedrijven.
- fuserend — w. Onvoltooid deelwoord van fuseren.
- fuserende — w. Verbogen vorm van fuserend, het onvoltooid deelwoord van fuseren.
- fusering — n. Het samenvoegen van twee zaken tot één nieuwe zaak.
- fuseringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fusering.
- infusen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord infuus.
- refuseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van refuseren. — w. Gebiedende wijs van refuseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van refuseren.
- refuseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van refuseren.
- refuseerden — w. Meervoud verleden tijd van refuseren.
- refuseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van refuseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van refuseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van refuseren.
- refuseren — w. Weigeren om aan iets deel te nemen.
- refuserend — w. Onvoltooid deelwoord van refuseren.
- refuserende — w. Verbogen vorm van refuserend, het onvoltooid deelwoord van refuseren.
Zie deze lijst voor:
| |