|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 23 woorden bevattend met FLAKKaflakken aflakkend aflakkende flakker flakkerde flakkerden flakkerden␣op flakkerde␣op flakkeren flakkerend flakkerende flakkeren␣op flakker␣op flakkert flakkert␣op flikflakken opflakker opflakkerde opflakkerden opflakkeren opflakkerend opflakkerende opflakkert 36 definities gevonden- aflakken — w. De laatste lagen verf aanbrengen; iets afmaken.
- aflakkend — w. Onvoltooid deelwoord van aflakken.
- aflakkende — w. Verbogen vorm van aflakkend, het onvoltooid deelwoord van aflakken.
- flakker — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flakkeren. — w. Gebiedende wijs van flakkeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flakkeren.
- flakkerde — w. Enkelvoud verleden tijd van flakkeren.
- flakkerden — w. Meervoud verleden tijd van flakkeren.
- flakkerden␣op — w. Meervoud verleden tijd van opflakkeren.
- flakkerde␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opflakkeren.
- flakkeren — w. Onrustig branden met grote en dan weer kleine vlammen en de… — w. (Figuurlijk) zwakjes nog aanwezig zijn maar kan makkelijk gedoofd worden.
- flakkerend — w. Onvoltooid deelwoord van flakkeren. — bijv. Op een onregelmatige manier branden en lichtgeven.
- flakkerende — w. Verbogen vorm van flakkerend, het onvoltooid deelwoord van flakkeren.
- flakkeren␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opflakkeren.
- flakker␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflakkeren. — w. Gebiedende wijs van opflakkeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflakkeren.
- flakkert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flakkeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flakkeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van flakkeren.
- flakkert␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflakkeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflakkeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opflakkeren.
- flikflakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord flikflak.
- opflakker — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflakkeren.
- opflakkerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opflakkeren.
- opflakkerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opflakkeren.
- opflakkeren — w. Plotseling weer heftig gaan branden. — w. Vanuit een rustige situatie weer heel actief worden, met name…
- opflakkerend — w. Onvoltooid deelwoord van opflakkeren. — bijv. Steeds weer opnieuw gaan branden of oplichten.
- opflakkerende — w. Verbogen vorm van opflakkerend, het onvoltooid deelwoord van opflakkeren.
- opflakkert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflakkeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflakkeren.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: 2 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |