|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 10 11 12 13 14 15 20
Er zijn 24 woorden bevattend met FLUWEbosfluweelzweefvlieg fluweel fluweelachtig fluweelbomen fluweelboom fluweelboompje fluweelboompjes fluweelgras fluweelpootje fluweelpootjes fluweeltangare fluweeltangares fluweeltje fluweeltjes fluweelzacht fluwelen fluwelig grijze␣fluweelgalwesp ribfluweel ribfluweeltje ribfluweeltjes ribfluwelen roodfluwelen zwartfluwelen 25 definities gevonden- bosfluweelzweefvlieg — n. (Tweevleugeligen) Parhelophilus frutetorum een vliegensoort…
- fluweel — n. (Kleding) een zachte, fijngeweven stof, waarbij rechtopstaande…
- fluweelachtig — bijv. Lijkend op of eigenschappen hebbend van fluweel.
- fluweelbomen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fluweelboom.
- fluweelboom — n. (Plantkunde) Rhus typhina plant uit de pruikenboomfamilie Anacardiaceae.
- fluweelboompje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fluweelboom.
- fluweelboompjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fluweelboom.
- fluweelgras — n. (Plantkunde)Digitaria horizontalis ; een grassoort die o.a…
- fluweelpootje — n. (Voeding) (schimmels) Flammulina velutipes een klein eetbaar…
- fluweelpootjes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fluweelpootje.
- fluweeltangare — n. (Vogels) Ramphocelus carbo , een in Suriname veel voorkomende…
- fluweeltangares — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fluweeltangare.
- fluweeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fluweel.
- fluweeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fluweel.
- fluweelzacht — bijv. Bijzonder zacht, zo zacht als fluweel.
- fluwelen — bijv. (Als) van fluweel vervaardigd. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fluweel.
- fluwelig — bijv. De zachtheid en warmte van fluweel hebbend.
- grijze␣fluweelgalwesp — n. (Vliesvleugeligen) Cynips longiventris een insect uit de familie…
- ribfluweel — n. (Kleding) katoenen, geweven stof met ribbels.
- ribfluweeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ribfluweel.
- ribfluweeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ribfluweel.
- ribfluwelen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ribfluweel.
- roodfluwelen — bijv. Gemaakt van fluweel met een rode kleur.
- zwartfluwelen — bijv. Van zwart fluweel vervaardigd.
| |