Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 15 woorden van acht letters bevattend met GTUIbuigt␣uit daagt␣uit delgt␣uit hangt␣uit hijgt␣uit jaagt␣uit loogt␣uit vaagt␣uit vangt␣uit veegt␣uit voegt␣uit weegt␣uit zaagt␣uit zingt␣uit zuigt␣uit 45 definities gevonden- buigt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbuigen.
- daagt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdagen.
- delgt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelgen.
- hangt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uithangen.
- hijgt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uithijgen.
- jaagt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitjagen.
- loogt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlogen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlogen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitlogen.
- vaagt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvagen.
- vangt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvangen.
- veegt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvegen.
- voegt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvoegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvoegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvoegen.
- weegt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwegen.
- zaagt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzagen.
- zingt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzingen.
- zuigt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzuigen.
|