Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 16 17
Er zijn 22 woorden bevattend met GKAAdagkaart dagkaarten dagkaartje dagkaartjes kortingkaart kortingkaarten sloeg␣kaal stoelgangkaart stoelgangkaarten stoelgangkaartje stoelgangkaartjes terugkaats terugkaatsen terugkaatsend terugkaatsende terugkaatst terugkaatste terugkaatsten wegkaap wegkaapt wegkaapte wegkaapten 25 definities gevonden- dagkaart — n. Toegangsbewijs of vervoerbewijs dat één dag geldig is. — n. Menukaart met gerechten die op die dag beschikbaar zijn.
- dagkaarten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dagkaart.
- dagkaartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dagkaart.
- dagkaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord dagkaart.
- kortingkaart — n. (Handel) een kaart die recht geeft op het krijgen van korting…
- kortingkaarten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kortingkaart.
- sloeg␣kaal — w. Enkelvoud verleden tijd van kaalslaan.
- stoelgangkaart — n. (Medisch) een kaart met schaalverdeling om de ontlasting te categoriseren.
- stoelgangkaarten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stoelgangkaart.
- stoelgangkaartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stoelgangkaart.
- stoelgangkaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord stoelgangkaart.
- terugkaats — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkaatsen.
- terugkaatsen — w. Ergatief een min of meer elastische botsing ondergaan.
- terugkaatsend — w. Onvoltooid deelwoord van terugkaatsen.
- terugkaatsende — w. Verbogen vorm van terugkaatsend, het onvoltooid deelwoord van terugkaatsen.
- terugkaatst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkaatsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkaatsen.
- terugkaatste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terugkaatsen.
- terugkaatsten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van terugkaatsen.
- wegkaap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegkapen.
- wegkaapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegkapen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegkapen.
- wegkaapte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van wegkapen.
- wegkaapten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van wegkapen.
|