Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 23 woorden bevattend met GTIJdraagtijd draagtijden draagtijdje draagtijdjes hoogtij hoogtijdag hoogtijdagen hoogtijdagje hoogtijdagjes hoogtijen kroegtijger kroegtijgers kroegtijgertje kroegtijgertjes laagtij laagtijen legtijd legtijden springtij springtijen stijgtijd stijgtijden vroegtijdig 28 definities gevonden- draagtijd — n. (Biologie) de tijd dat een vrouwelijk dier gewoonlijk zwanger is.
- draagtijden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord draagtijd.
- draagtijdje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord draagtijd.
- draagtijdjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord draagtijd.
- hoogtij — n. De maximale waterhoogte als gevolg van de tijdewerking. — n. Veel voorkomen.
- hoogtijdag — n. Een bijzonder feestelijke dag. — n. Een dag waarop iets heel erg succesvol is.
- hoogtijdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hoogtijdag.
- hoogtijdagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hoogtijdag.
- hoogtijdagjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hoogtijdag.
- hoogtijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hoogtij.
- kroegtijger — n. (Schertsend) iemand die graag en regelmatig kroegen en andere…
- kroegtijgers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kroegtijger.
- kroegtijgertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kroegtijger.
- kroegtijgertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kroegtijger.
- laagtij — n. De minimale waterhoogte als gevolg van de tijdewerking.
- laagtijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord laagtij.
- legtijd — n. De periode van het jaar dat vogels hun eieren leggen en de jongen uitbroeden.
- legtijden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord legtijd.
- springtij — n. Extra hoge vloed (en extra laag laagwater).
- springtijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord springtij.
- stijgtijd — n. De tijd die men nodig heeft om tot een bepaald niveau te stijgen. — n. De tijd dat iets stijgt.
- stijgtijden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stijgtijd.
- vroegtijdig — bijv. Bijtijds, vroeg. — bijv. Eerder dan gewoonlijk; eerder dan de bedoeling was. — bijw. Eerder dan gewoonlijk; eerder dan de bedoeling was.
|