|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van tien letters bevattend met GROOTbegrootten breng␣groot grootbekje grootbreng grootheden groothield groothoudt grootkruis grootlicht grootmacht grootmama's grootouder grootsheid groottante grootvader grootvorst hield␣groot houdt␣groot reuzegroot vergrootte 28 definities gevonden- begrootten — w. Meervoud verleden tijd van begroten.
- breng␣groot — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grootbrengen. — w. Gebiedende wijs van grootbrengen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grootbrengen.
- grootbekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord grootbek.
- grootbreng — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grootbrengen.
- grootheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grootheid.
- groothield — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van groothouden.
- groothoudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groothouden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groothouden.
- grootkruis — n. De hoogste rang in een groot aantal ridderorden.
- grootlicht — n. (Verkeer) de verlichting van een voertuig dat bedoeld is om…
- grootmacht — n. Een partij, vaak een staat, met een dominante positie op een bepaald gebied.
- grootmama's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grootmama.
- grootouder — n. (Familie) de ouder van een ouder.
- grootsheid — n. Verheven boven de rest van de wereld. — n. Van een hoge morele standaard.
- groottante — n. De zus van een grootouder; de echtgenote van een broer van een grootouder.
- grootvader — n. (Familie) de vader van een ouder.
- grootvorst — n. Lid van de Russische keizerlijke familie. — n. Een titel lager in rang dan keizer, tsaar of koning, maar hoger… — n. Groothertog.
- hield␣groot — w. Enkelvoud verleden tijd van groothouden.
- houdt␣groot — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groothouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groothouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van groothouden.
- reuzegroot — bijv. Bijzonder groot, zo groot als een reus.
- vergrootte — w. Enkelvoud verleden tijd van vergroten.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 4 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 2 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |