Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 11 woorden van acht letters bevattend met GLIJDafglijdt glijdend glijders glijdt␣af glijdt␣in glijd␣uit glijd␣weg inglijdt uitglijd verglijd wegglijd 25 definities gevonden- afglijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglijden.
- glijdend — w. Onvoltooid deelwoord van glijden. — bijv. Door glijden zich voortbewegend. — bijv. Met geleidelijke overgangen; niet vast liggend.
- glijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord glijder.
- glijdt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afglijden.
- glijdt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inglijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inglijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inglijden.
- glijd␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden. — w. Gebiedende wijs van uitglijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden.
- glijd␣weg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegglijden. — w. Gebiedende wijs van wegglijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegglijden.
- inglijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inglijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inglijden.
- uitglijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden.
- verglijd — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verglijden. — w. Gebiedende wijs van verglijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verglijden.
- wegglijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegglijden.
|