|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 12 14 15
Er zijn 16 woorden bevattend met GLUIPgluip —— gluips gluipt —— gluipen gluipte —— gluipend gluiperd gluipers gluipten —— gluipende gluiperds gluiperig gluipsnor —— gluipsnorren —— gluipsnorretje —— gluipsnorretjes 21 definities gevonden- gluip — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gluipen. — w. Gebiedende wijs van gluipen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gluipen.
- gluips — bijv. Op een stiekeme, oneerlijke manier.
- gluipt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gluipen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gluipen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van gluipen.
- gluipen — w. Inergatief vals zijn en/of huichelachtig kijken.
- gluipte — w. Enkelvoud verleden tijd van gluipen.
- gluipend — w. Onvoltooid deelwoord van gluipen.
- gluiperd — n. (Scheldwoord) iemand die gluipt (slinkse streken uithaalt…
- gluipers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gluiper.
- gluipten — w. Meervoud verleden tijd van gluipen.
- gluipende — w. Verbogen vorm van gluipend, het onvoltooid deelwoord van gluipen.
- gluiperds — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gluiperd.
- gluiperig — bijv. Van een persoon dat hij heel stiekem is. — bijv. Op een bedekte, vriendelijke, onderdanige manier gemene dingen doen.
- gluipsnor — n. (Scheldwoord) gluiperd.
- gluipsnorren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gluipsnor.
- gluipsnorretje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gluipsnor.
- gluipsnorretjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord gluipsnor.
| |