Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10
Er zijn 15 woorden bevattend met GTDOObrengt␣door buigt␣door dringt␣door hangt␣door jaagt␣door knaagt␣door krijgt␣door ligt␣dood ligt␣door ploegt␣door vraagt␣door weegt␣door zaagt␣door zijgt␣door zwijgt␣dood 45 definities gevonden- brengt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbrengen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbrengen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorbrengen.
- buigt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorbuigen.
- dringt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doordringen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doordringen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doordringen.
- hangt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorhangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorhangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorhangen.
- jaagt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorjagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorjagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorjagen.
- knaagt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorknagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorknagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorknagen.
- krijgt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorkrijgen.
- ligt␣dood — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodliggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodliggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doodliggen.
- ligt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorliggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorliggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorliggen.
- ploegt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorploegen.
- vraagt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvragen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvragen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorvragen.
- weegt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorwegen.
- zaagt␣door — w. Gij-vorm verleden tijd van doorzien. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzagen.
- zijgt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorzijgen.
- zwijgt␣dood — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodzwijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodzwijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doodzwijgen.
|