|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 21
Er zijn 18 woorden bevattend met GEMAKKgebruiksgemakken gemakkelijk gemakkelijkheden gemakkelijkheid gemakkelijkheidshalve gemakken leesgemakken ongemakkelijk ongemakkelijkheden ongemakkelijkheid ongemakken vergemakkelijk vergemakkelijken vergemakkelijkend vergemakkelijkende vergemakkelijkt vergemakkelijkte vergemakkelijkten 27 definities gevonden- gebruiksgemakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gebruiksgemak.
- gemakkelijk — bijv. Geen moeite of inspanning vereisend. — bijv. Comfortabel. — bijv. Bereidwillig om zich aan te passen.
- gemakkelijkheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gemakkelijkheid.
- gemakkelijkheid — n. Het gemakkelijk zijn.
- gemakkelijkheidshalve — bijw. Voor het gemak, om het zichzelf makkelijker te maken.
- gemakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gemak. — n. Alle zaken die ervoor zorgen dat alle nodige handelingen eenvoudig…
- leesgemakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord leesgemak.
- ongemakkelijk — bijv. Moeilijk, waar veel inspanning en moeite voor nodig is. — bijv. Niet eenvoudig.
- ongemakkelijkheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ongemakkelijkheid.
- ongemakkelijkheid — n. Het niet heel makkelijk of comfortabel aanvoelen in de menselijke omgang. — n. Iets oncomfortabels, iets gênants.
- ongemakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ongemak.
- vergemakkelijk — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergemakkelijken. — w. Gebiedende wijs van vergemakkelijken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- vergemakkelijken — w. Overgankelijk iets eenvoudiger of makkelijker maken.
- vergemakkelijkend — w. Onvoltooid deelwoord van vergemakkelijken.
- vergemakkelijkende — w. Verbogen vorm van vergemakkelijkend, het onvoltooid deelwoord…
- vergemakkelijkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergemakkelijken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergemakkelijken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vergemakkelijken.
- vergemakkelijkte — w. Enkelvoud verleden tijd van vergemakkelijken.
- vergemakkelijkten — w. Meervoud verleden tijd van vergemakkelijken.
| |