|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 24 woorden bevattend met GNOSTICagnostici agnosticisme agnosticus agnosticusje agnosticusjes diagnosticeer diagnosticeerde diagnosticeerden diagnosticeert diagnosticeren diagnosticerend diagnosticerende gnostici gnosticisme gnosticus prognosticatie prognosticaties prognosticeer prognosticeerde prognosticeerden prognosticeert prognosticeren prognosticerend prognosticerende 33 definities gevonden- agnostici — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord agnosticus.
- agnosticisme — n. (Filosofie) levensbeschouwing die ervan uitgaat dat kennis…
- agnosticus — n. (Religie) iemand die ten aanzien van het bovennatuurlijke stelt…
- agnosticusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord agnosticus.
- agnosticusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord agnosticus.
- diagnosticeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diagnosticeren. — w. Gebiedende wijs van diagnosticeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- diagnosticeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van diagnosticeren.
- diagnosticeerden — w. Meervoud verleden tijd van diagnosticeren.
- diagnosticeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diagnosticeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diagnosticeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van diagnosticeren.
- diagnosticeren — w. Overgankelijk een diagnose stellen, de oorzaak van een probleem achterhalen.
- diagnosticerend — w. Onvoltooid deelwoord van diagnosticeren.
- diagnosticerende — w. Verbogen vorm van diagnosticerend, het onvoltooid deelwoord…
- gnostici — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gnosticus.
- gnosticisme — n. Het systeem, de leer van de gnostici die betrekking heeft op…
- gnosticus — n. Aanhanger van het gnosticisme, de leer over het verwerven van…
- prognosticatie — n. Het prognosticeren, de voorspelling.
- prognosticaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord prognosticatie.
- prognosticeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prognosticeren. — w. Gebiedende wijs van prognosticeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- prognosticeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van prognosticeren.
- prognosticeerden — w. Meervoud verleden tijd van prognosticeren.
- prognosticeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prognosticeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prognosticeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van prognosticeren.
- prognosticeren — w. Op basis van kennis en kunde een onderbouwde voorspelling doen. — w. (Medisch) voorspellen hoe het beloop van een ziekte is.
- prognosticerend — w. Onvoltooid deelwoord van prognosticeren.
- prognosticerende — w. Verbogen vorm van prognosticerend, het onvoltooid deelwoord…
Zie deze lijst voor:
| |