Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van zeven letters bevattend met HOORaanhoor afhoort behoort gehoord hoor␣aan hoorden hoorder hoörets hoornen hoornig hoort␣af hoor␣toe hoort␣op hoor␣uit mishoor ophoort schoort toehoor uithoor verhoor 43 definities gevonden- aanhoor — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhoren.
- afhoort — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhoren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhoren.
- behoort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van behoren.
- gehoord — w. Vormt de voltooide tijden. — w. Vormt de lijdende vorm. — w. Attributief gebruikt.
- hoor␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhoren. — w. Gebiedende wijs van aanhoren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhoren.
- hoorden — w. Meervoud verleden tijd van horen.
- hoorder — n. (Formeel) (persoon) iemand die naar iets luistert.
- hoörets — n. (Jiddisch-Hebreeuws) het land (alleen in onderstaande verbindingen).
- hoornen — bijv. Gemaakt van de hoorn van een dier.
- hoornig — bijv. Met een of meer hoornen. — bijv. Lijkend op hoorn.
- hoort␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhoren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhoren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhoren.
- hoor␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehoren. — w. Gebiedende wijs van toehoren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehoren.
- hoort␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ophoren.
- hoor␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithoren. — w. Gebiedende wijs van uithoren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithoren.
- mishoor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mishoren. — w. Gebiedende wijs van mishoren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mishoren.
- ophoort — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoren.
- schoort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schoren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schoren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schoren.
- toehoor — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehoren.
- uithoor — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithoren.
- verhoor — n. Een indringende ondervraging van een gevangene of verdachte. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhoren. — w. Gebiedende wijs van verhoren.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 14 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 2 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|