Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een vijfde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  4  5  6  7  8  9  10  11  12  14  15

Er zijn 22 woorden bevattend met HAVO

havo  ——  havo's  ——  havoër  ——  havoërs  schavot  ——  chavoera  havootje  ——  chavoerot  havootjes  schavotje  ——  havo-examen  schavotjes  schavotten  ——  havodiploma  havo-examens  schavotpaal  ——  havodiploma's  havoleerling  schavotpalen  ——  havoleerlingen  schavotpaaltje  ——  schavotpaaltjes

24 definities gevonden

• havo — n. (Onderwijs), (letterwoord), (afkorting) de afkorting voor hoger… — n. Een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs.
• havo's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord havo.
• havoër — n. (Onderwijs) scholier die op het havo zit of iemand havo gedaan heeft.
• havoërs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord havoër.
• schavot — n. Een verhoging voorzien van een galg of een valbijl waar veroordeelden…
• chavoera — n. (Jiddisch-Hebreeuws) groep, gezelschap, vriendenkring. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) vereniging.
• havootje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord havo.
• chavoerot — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord chavoera.
• havootjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord havo.
• schavotje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schavot.
• havo-examen — n. (Onderwijs) het examen dat je moet halen voordat je een havo-diploma…
• schavotjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schavot.
• schavotten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schavot.
• havodiploma — n. Diploma dat iemand krijgt als hij zijn havo-examen haalt.
• havo-examens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord havo-examen.
• schavotpaal — n. Geselpaal.
• havodiploma's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord havodiploma.
• havoleerling — n. (Onderwijs) iemand die havo-onderwijs volgt.
• schavotpalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schavotpaal.
• havoleerlingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord havoleerling.
• schavotpaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schavotpaal.
• schavotpaaltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schavotpaal.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 36 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 25 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 14 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: 7 woorden

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.