Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 6 7 8 9 10 12 13 14 16 17
Er zijn 19 woorden bevattend met HEITFahrenheit heit heit␣in heitje heitjes heit␣onder inheit onderheit scheit scheiten scheitje scheitjes scheitrechter scheitrechters scheitrechtertje scheitrechtertjes struikheitje tracheïtis verheit 34 definities gevonden- Fahrenheit — eig. (Natuurkunde), (eenheid) naam van een temperatuurschaal.
- heit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van heien.
- heit␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inheien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inheien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inheien.
- heitje — n. (Jiddisch-Hebreeuws) vijf stuivers, kwartje. — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hei.
- heitjes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heitje. — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hei.
- heit␣onder — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderheien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderheien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van onderheien.
- inheit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inheien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inheien.
- onderheit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderheien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderheien. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderheien.
- scheit — n. (Dierkunde) (onvruchtbaar) jong van een geit en een ram.
- scheiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord scheit.
- scheitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schei. — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord scheit.
- scheitjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schei. — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord scheit.
- scheitrechter — n. (Scheikunde) een stuk glaswerk in de vorm van een trechter…
- scheitrechters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord scheitrechter.
- scheitrechtertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord scheitrechter.
- scheitrechtertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord scheitrechter.
- struikheitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord struikhei.
- tracheïtis — n. (Medisch): ontsteking van het slijmvlies van de luchtpijp.
- verheit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verheien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verheien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verheien.
Zie deze lijst voor:
|