Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden van 9 letters bevattend met

Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat5789101112131415161718192021


Er zijn 21 woorden van negen letters bevattend met HAALT

ademhaaltafschaaltdoorhaalthaalt␣ademhaalt␣doorhaal␣terughaalt␣leeghaalt␣neerhaalt␣openhaalt␣overinschaaltkielhaaltleeghaaltneerhaaltopenhaaltopschaaltoverhaaltschaalt␣afschaalt␣inschaaltjeschaalt␣op

52 definities gevonden

  • ademhaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ademhalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ademhalen.
  • afschaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschalen.
  • doorhaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorhalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorhalen.
  • haalt␣adem — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ademhalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ademhalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ademhalen.
  • haalt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorhalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorhalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorhalen.
  • haal␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terughalen. — w. Gebiedende wijs van terughalen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terughalen.
  • haalt␣leeg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leeghalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leeghalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van leeghalen.
  • haalt␣neer — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van neerhalen.
  • haalt␣open — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van openhalen.
  • haalt␣over — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overhalen.
  • inschaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen.
  • kielhaalt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kielhalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kielhalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kielhalen.
  • leeghaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leeghalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leeghalen.
  • neerhaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhalen.
  • openhaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhalen.
  • opschaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschalen.
  • overhaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhalen.
  • schaalt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afschalen.
  • schaalt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inschalen.
  • schaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schaal.
  • schaalt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opschalen.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.