Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 15 16 17 19 21
Er zijn 19 woorden bevattend met HAAPSschaapskop —— schaapskooi schaapsstal —— schaapskudde schaapsleren —— schaapsherder schaapskooien schaapskoppen schaapskudden schaapskuddes —— schaapsherders schaapsstallen —— schaapscheerder —— schaapscheerders schaapsstalletje —— schaapsstalletjes —— schaapscheerdersdag schaapscheerderskou —— schaapscheerdersdagen 22 definities gevonden- schaapskop — n. Hoofd van een schaap (Ovis aries. — n. (Scheldwoord) dom of onnozel persoon. — n. Bijnaam voor een inwoner van Dordrecht.
- schaapskooi — n. Een potstal voor schapen die dient als onderkomen voor de schapen…
- schaapsstal — n. (Landbouw) stal voor schapen.
- schaapskudde — n. (Veeteelt) een kudde schapen. — n. (Politiek) (religie) een kudde gelovigen die braaf ergens achter aansjokt.
- schaapsleren — bijv. Gemaakt van schaapsleer.
- schaapsherder — n. (Beroep) hoeder van schapen.
- schaapskooien — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapskooi.
- schaapskoppen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapskop.
- schaapskudden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapskudde.
- schaapskuddes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapskudde.
- schaapsherders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapsherder.
- schaapsstallen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapsstal.
- schaapscheerder — n. (Beroep) iemand die voor zijn beroep schapen ontdoet van de dikke vacht.
- schaapscheerders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapscheerder.
- schaapsstalletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schaapsstal.
- schaapsstalletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapsstal.
- schaapscheerdersdag — n. Een dag die in het teken van het scheren van schapen staat.
- schaapscheerderskou — n. Koude periode omstreeks half juni; periode ook vanaf dewelke…
- schaapscheerdersdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapscheerdersdag.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 4 woorden
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|