Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 18 woorden bevattend met HURKTaanschurkt aanschurkte aanschurkten hurkt hurkte hurkten hurkte␣neer hurkten␣neer hurkt␣neer neerhurkt neerhurkte neerhurkten schurkt schurkt␣aan schurkte schurkte␣aan schurkten schurkten␣aan 28 definities gevonden- aanschurkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschurken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschurken.
- aanschurkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanschurken.
- aanschurkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanschurken.
- hurkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hurken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hurken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hurken.
- hurkte — w. Enkelvoud verleden tijd van hurken.
- hurkten — w. Meervoud verleden tijd van hurken.
- hurkte␣neer — w. Enkelvoud verleden tijd van neerhurken.
- hurkten␣neer — w. Meervoud verleden tijd van neerhurken.
- hurkt␣neer — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhurken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhurken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van neerhurken.
- neerhurkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhurken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerhurken.
- neerhurkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van neerhurken.
- neerhurkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van neerhurken.
- schurkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schurken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schurken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schurken.
- schurkt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschurken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschurken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanschurken.
- schurkte — w. Enkelvoud verleden tijd van schurken.
- schurkte␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanschurken.
- schurkten — w. Meervoud verleden tijd van schurken.
- schurkten␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanschurken.
|