Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden bevattend met HANDICarbeidsgehandicapt arbeidsgehandicapte arbeidsgehandicapten gehandicapt gehandicapte gehandicapten gehandicaptenkaart gehandicaptenkaarten gehandicaptenkaartje gehandicaptenkaartjes gehandicaptensport gehandicaptensporten gehandicaptenzorg handicap handicapje handicapjes handicappen handicappend handicappende handicaps handicapt handicapte handicapten 27 definities gevonden- arbeidsgehandicapt — bijv. (Juridisch) door langdurige lichamelijke of geestelijke…
- arbeidsgehandicapte — n. Iemand die door langdurige lichamelijke of geestelijke problemen…
- arbeidsgehandicapten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord arbeidsgehandicapte.
- gehandicapt — bijv. Met een lichamelijke afwijking.
- gehandicapte — n. Iemand met een beperking van lichamelijke, verstandelijke…
- gehandicapten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gehandicapte.
- gehandicaptenkaart — n. Een bewijs dat men gehandicapt is en daar door bepaalde rechten heeft.
- gehandicaptenkaarten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gehandicaptenkaart.
- gehandicaptenkaartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gehandicaptenkaart.
- gehandicaptenkaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord gehandicaptenkaart.
- gehandicaptensport — n. (Sport) vorm van sport die speciaal is afgestemd op gehandicapten.
- gehandicaptensporten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gehandicaptensport.
- gehandicaptenzorg — n. Alle georganiseerde en professionele hulp die er is voor mensen…
- handicap — n. (Medisch) een lichamelijke of geestelijke beperking. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handicappen. — w. Gebiedende wijs van handicappen.
- handicapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handicap.
- handicapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord handicap.
- handicappen — w. Benadelen, belemmeren.
- handicappend — w. Onvoltooid deelwoord van handicappen.
- handicappende — w. Verbogen vorm van handicappend, het onvoltooid deelwoord van handicappen.
- handicaps — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord handicap.
- handicapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handicappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handicappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van handicappen.
- handicapte — w. Enkelvoud verleden tijd van handicappen.
- handicapten — w. Meervoud verleden tijd van handicappen.
Zie deze lijst voor:
|