Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 15 16 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden bevattend met HANDVAhandvaardig handvaardigheden handvaardigheid handvaardigheidboek handvaardigheidboeken handvaardigheidboekje handvaardigheidleraar handvaardigheidles handvaardigheidlesje handvaardigheidlesjes handvaardigheidlessen handvaardigheidlokaal handvaardigheidsles handvaardigheidslesje handvaatje handvaatjes handvat handvaten handvatje handvatjes handvatsel handvatsels handvatten 25 definities gevonden- handvaardig — bijv. Bedreven met de handen, handig.
- handvaardigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord handvaardigheid.
- handvaardigheid — n. De vaardigheid om met de hand werkzaamheden te verrichten. — n. (Onderwijs) een schoolvak waarin kinderen leren gereedschappen…
- handvaardigheidboek — n. (Onderwijs) een schoolboek waarin kinderen leren gereedschappen…
- handvaardigheidboeken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord handvaardigheidboek.
- handvaardigheidboekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handvaardigheidboek.
- handvaardigheidleraar — n. (Onderwijs) (beroep) een leraar die les geeft in het schoolvak…
- handvaardigheidles — n. (Onderwijs) een schoolvak waarin kinderen leren gereedschappen…
- handvaardigheidlesje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handvaardigheidles.
- handvaardigheidlesjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord handvaardigheidles.
- handvaardigheidlessen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord handvaardigheidles.
- handvaardigheidlokaal — n. (Onderwijs) een klaslokaal dat ingericht is op en waarin men…
- handvaardigheidsles — n. (Onderwijs) een schoolvak waarin kinderen leren gereedschappen…
- handvaardigheidslesje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handvaardigheidsles.
- handvaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handvat.
- handvaatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord handvat.
- handvat — n. Handgreep, het deel van een voorwerp waarmee men het kan verplaatsen… — n. (Verouderd) lampetkan, kan met water om de handen te wassen.
- handvaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord handvat.
- handvatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handvat.
- handvatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord handvat.
- handvatsel — n. Iets wat bestemd is om vast te grijpen.
- handvatsels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord handvatsel.
- handvatten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord handvat.
|