Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een achtste letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat1112131516181920


Er zijn 18 woorden bevattend met HOCKEYS

hockeyspeelsterhockeyspeelstershockeyspeelstertjehockeyspeelstertjeshockeyspelerhockeyspelershockeyspelertjehockeyspelertjeshockeystickhockeysticksijshockeyschaatsijshockeyschaatsenijshockeyschaatsjeijshockeyschaatsjesijshockeyseizoenijshockeyseizoenenijshockeyseizoentjeijshockeyseizoentjes

18 definities gevonden

  • hockeyspeelster — n. Vrouwelijke vorm van hockeyspeler.
  • hockeyspeelsters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hockeyspeelster.
  • hockeyspeelstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hockeyspeelster.
  • hockeyspeelstertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hockeyspeelster.
  • hockeyspeler — n. (Sport) een beoefenaar van hockey.
  • hockeyspelers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hockeyspeler.
  • hockeyspelertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hockeyspeler.
  • hockeyspelertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hockeyspeler.
  • hockeystick — n. (Sport) van onderen gebogen slaghout voor het hockeyspel.
  • hockeysticks — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hockeystick.
  • ijshockeyschaats — n. Schaats speciaal gemaakt voor het ijshockeyen.
  • ijshockeyschaatsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ijshockeyschaats.
  • ijshockeyschaatsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ijshockeyschaats.
  • ijshockeyschaatsjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ijshockeyschaats.
  • ijshockeyseizoen — n. (Sport) (tijdrekening) periode van het jaar dat men ijshockey kan spelen.
  • ijshockeyseizoenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ijshockeyseizoen.
  • ijshockeyseizoentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ijshockeyseizoen.
  • ijshockeyseizoentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ijshockeyseizoen.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:

  • Engels WikiWoordenboek: 15 woorden
  • Frans WikiWoordenboek: 11 woorden
  • Spaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Duits WikiWoordenboek: 11 woorden
  • Portugees WikiWoordenboek: geen woord


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.