Lijst met woorden van 7 letters bevattend met

  Snelle modus

Klik om een vierde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  4  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  21

Er zijn 22 woorden van zeven letters bevattend met INH

inhaakt  inhaalt  inhaken  inhaker  inhakte  inhalen  inhaler  inhalig  inheems  inheide  inheien  inhield  inhieuw  inhoudt  inhouwt  inhulde  inhuren  inhuurt  minheid  Sinhala  tuinhek  tuinhok

33 definities gevonden

• inhaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken.
• inhaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhalen.
• inhaken — w. Inergatief aanknopen bij, aansluiten op. — w. Inergatief steken door de gebogen arm van een ander. — w. Overgankelijk met een haak slaan in.
• inhaker — n. Lied, bedoeld om het publiek te laten inhaken (en meedeinen). — n. Reclame-uiting (artikel, foto, slogan) die inhaakt op de actualiteit.
• inhakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inhakken.
• inhalen — w. Overgankelijk binnen of binnenboord brengen. — w. Overgankelijk een achterstand (meer dan) goed maken.
• inhaler — n. Inhalator.
• inhalig — bijv. Van een persoon dat hij veel dingen pakt om in bezit te nemen. — bijv. Gierig, wel kunnen pakken maar niet kunnen geven.
• inheems — bijv. (Biologie) van oorsprong ergens voorkomend.
• inheide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inheien.
• inheien — w. Door heien een pilaar in de grond of de bodem stampen. — w. (Figuurlijk) bepaalde kennis stevig inprenten.
• inhield — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inhouden.
• inhieuw — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inhouwen.
• inhoudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhouden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhouden.
• inhouwt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhouwen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhouwen.
• inhulde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inhullen.
• inhuren — w. Overgankelijk iemand tijdelijk in dienst/iets tijdelijk in gebruik nemen.
• inhuurt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhuren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhuren.
• minheid — n. Een vervelende, gemene handeling.
• Sinhala — n. (Taal) een taal die op Sri Lanka gesproken wordt.
• tuinhek — n. Omheining van een tuin in den vorm van een hek, of de beweegbare…
• tuinhok — n. Opbergruimte voor in de tuin.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 59 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 44 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 38 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 34 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: 140 woorden

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.