Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van acht letters bevattend met ITHepitheel epitheta Maithili Talitha's uithaalt uithakte uithalen uithangt uithardt uitheems uithield uithieuw uithijgt uitholde uithoort uithoren uithoudt uithouwt uithoven uithuilt uithuwde uithuwen witharig witheden witheren 36 definities gevonden- epitheel — n. (Biologie) dekweefsel, bovenste laag van de huid en slijmvliezen.
- epitheta — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord epitheton.
- Maithili — n. (Taal) Biharitaal gesproken door 30 miljoen mensen in het noordoosten…
- Talitha's — eig. Genitief van Talitha.
- uithaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithalen.
- uithakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uithakken.
- uithalen — w. Overgankelijk (iets ~) een opmerkelijke daad plegen. — w. Overgankelijk (iets ~) een brei- of haakwerkje ontdoen. — w. Inergatief (~ naar) een slag doen, al of niet overdrachtelijk.
- uithangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithangen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithangen.
- uithardt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitharden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitharden.
- uitheems — bijv. (Biologie) van oorsprong ergens niet voorkomend.
- uithield — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uithouden.
- uithieuw — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uithouwen.
- uithijgt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen.
- uitholde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uithollen.
- uithoort — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithoren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithoren.
- uithoren — w. Overgankelijk door ondervragen trachten alles van iemand te weten te komen. — w. Overgankelijk tot het einde horen.
- uithoudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouden.
- uithouwt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouwen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouwen.
- uithoven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uithof.
- uithuilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuilen.
- uithuwde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uithuwen.
- uithuwen — w. Een huwelijk arrangeren voor een meisje; een meisje aanbieden…
- witharig — bijv. Haar hebbend dat een witte- of zeer blonde kleur heeft.
- witheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord witheid.
- witheren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord witheer.
Zie deze lijst voor:
|