|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van zeven letters bevattend met IETSafbiets affiets befiets biets␣af bietsen bietser bietste fiets␣af fietsen fietser fietsje fiets␣op fietste gietsel ietsjes meliets opfiets pariets pietsje Pietsje Sietses Sietske spietst Wietses Wietske 40 definities gevonden- afbiets — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen.
- affiets — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affietsen.
- befiets — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van befietsen. — w. Gebiedende wijs van befietsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van befietsen.
- biets␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen. — w. Gebiedende wijs van afbietsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen.
- bietsen — w. Overgankelijk (informeel) bedelen om, (iets) afbedelen, klaplopen… — w. Overgankelijk (informeel) (iets) ’lenen’ en niet teruggeven.
- bietser — n. (Informeel) klaploper, bedelaar, schooier, profiteur, parasiet. — n. (Informeel) dief.
- bietste — w. Enkelvoud verleden tijd van bietsen.
- fiets␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affietsen. — w. Gebiedende wijs van affietsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affietsen.
- fietsen — w. Op een fiets rijden. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fiets.
- fietser — n. (Verkeer) iemand die met een fiets rijdt.
- fietsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fiets.
- fiets␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfietsen. — w. Gebiedende wijs van opfietsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfietsen.
- fietste — w. Enkelvoud verleden tijd van fietsen.
- gietsel — n. Vast voorwerp dat ontstaan is door heet vloeibaar metaal of…
- ietsjes — bijw. (Informeel) een beetje, enigszins.
- meliets — n. (Jiddisch-Hebreeuws) bemiddelaar. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) tolk.
- opfiets — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfietsen.
- pariets — n. (Jiddisch-Hebreeuws) landheer. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) geweldenaar, bruut.
- pietsje — n. Een klein beetje, een kleinigheid, een weinigje.
- Pietsje — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- Sietses — eig. Genitief van Sietse.
- Sietske — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- spietst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spietsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spietsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van spietsen.
- Wietses — eig. Genitief van Wietse.
- Wietske — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 8 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 7 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 4 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |