Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 18 woorden van zeven letters bevattend met INSLinslaan inslaap inslaat insleep insleet insliep inslijp inslijt inslikt insloeg inslokt inslook insloop insloot insluik insluip insluis insluit 27 definities gevonden- inslaan — w. Ergatief met grote snelheid met een stilstaand voorwerp in botsing komen. — w. Ditransitief iets ~ met een slag iets naar binnen toe doen… — w. Overgankelijk voorzien van benodigdheden.
- inslaap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslapen.
- inslaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslaan.
- insleep — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inslijpen.
- insleet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inslijten.
- insliep — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inslapen.
- inslijp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslijpen.
- inslijt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslijten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslijten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslijten.
- inslikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslikken.
- insloeg — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inslaan.
- inslokt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslokken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslokken.
- inslook — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van insluiken.
- insloop — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van insluipen.
- insloot — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van insluiten.
- insluik — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiken.
- insluip — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluipen.
- insluis — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluizen.
- insluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiten.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 13 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 3 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 2 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|