|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14
Er zijn 14 woorden bevattend met ICIPEanticipeer —— anticipeert anticiperen participeer —— anticipeerde anticiperend participeert participeren —— anticipeerden anticiperende participeerde participerend —— participeerden participerende 24 definities gevonden- anticipeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen. — w. Gebiedende wijs van anticiperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen.
- anticipeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van anticiperen.
- anticiperen — w. Inergatief vanuit een bepaalde verwachting handelen, vooruit… — w. Overgankelijk voor iets anders plaatshebben. — w. Overgankelijk (juridisch) het recht van anticipatie uitoefenen…
- participeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van participeren. — w. Gebiedende wijs van participeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van participeren.
- anticipeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van anticiperen.
- anticiperend — w. Onvoltooid deelwoord van anticiperen.
- participeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van participeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van participeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van participeren.
- participeren — w. Inergatief ergens aan deelnemen.
- anticipeerden — w. Meervoud verleden tijd van anticiperen.
- anticiperende — w. Verbogen vorm van anticiperend, het onvoltooid deelwoord van anticiperen.
- participeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van participeren.
- participerend — w. Onvoltooid deelwoord van participeren.
- participeerden — w. Meervoud verleden tijd van participeren.
- participerende — w. Verbogen vorm van participerend, het onvoltooid deelwoord van participeren.
Zie deze lijst voor:
| |